22 maart 2017

Schilders in het wild

Ik heb er een woeste ochtend op zitten.
Eerst stuurden de schoonmaakdames me naar de Action voor neonkleurige microvezeldweilen, daarna haalde ik vergeten loon voor ze bij de pinautomaat, en in plaats van even uitrusten leek het me een goed idee om alle boodschappen alvast te doen zodat ik de rest van de dag ongestoord thuis kon werken.
Dus een beetje jammer was het wel dat bij het afrekenen in de Albert Heijn bleek dat ik helemaal niet kon afrekenen omdat ik de pinpas op de keukentafel had laten liggen.
Ik liep met lege handen naar huis. Voor de zesde keer de schilders bij nummer 8 toeknikkend.
“Je houdt wel van wandelen hè?” zei de grote schilder toen ik met bankpas weer richting winkelcentrum toog.
“Wel als ik steeds wat vergeet,” zei ik wat echt werkelijk helemaal nergens op sloeg maar waar we wel om lachten. Ik houd wel van wandelen als ik steeds wat vergeet?
Een beleefdheidsopmerking, een beleefdheidsantwoord en een idioot gehinnik.
Wat doen mensen elkaar áán op straat!
De grote schilder dacht hetzelfde.
De achtste keer dat ik voorbij nummer 8 kwam stond hij wijdbeens naar de kleine schilder te kijken die bovenop de steiger het kozijn van een dakraam witter maakte.
“Anders moet je dat zo maar even doen,” riep hij naar boven.
Ontzettend nietszeggend natuurlijk.
"Huh?" riep de kleine schilder dan ook terug.
Ik stopte de telefoon weg die ik al tevoorschijn had gehaald om een achtste keer geknik te voorkomen. De enige manier om dit leuk te maken is om standaardopmerkingen paraat te hebben die nog minder ergens op slaan dan wat wij er zojuist uitgooiden.
"Trosrozen moet je superschuin afsnijden," bijvoorbeeld.
Of "Ik ben nog nooit op wintersport geweest."
Toch maar eens uitproberen straks.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten