25 september 2014

Waarom een bril te verfoeien is


Ten eerste vind ik verfoeien een prachtig woord al drukt het bij lange na niet uit hoezeer ik er naar verlang om weer stukjes glas in mijn ogen te mogen stoppen.

Ik draag mijn bijbril, tegen mijn zin in, fulltime.
Ik word ouder, mijn ogen droger, en mijn lenzen ondraaglijk pijnlijk. Logisch.
De opticien stelde voor om een tijdje een bril te dragen zodat ze andere lenzen op een nieuwerwetse manier konden aanmeten. Maar dan moesten ze wel eerst op cursus en die was pas eergisteren. Dus zat ik er vandaag om te leren wat zij hadden opgestoken.
Dat is het volgende: een nieuwe lens kost € 150,- en gaat slechts 1 jaar mee. Maar helpt mij wel.
Doet u mij er dan maar 1, dan kijken we over een paar jaar wel of de linker ook zo’n super-de-luxe exemplaar verdient. Als ik die rechter maar heel snel krijg want ik ben in mijn diepste wezen geen brildrager. Gewoon niet.

Ten tweede tot en met vijfde: Hardlopen is niet fijn met bril. Het kan wel, maar de neusbrug zweet, de glazen beslaan en als ik niet toevallig mijn enkelbanden had verrekt, dan had ik om een hele stomme reden niet willen lopen.
De glazen moeten steeds gepoetst.
Er hangt voortdurend iets bovenin mijn zicht.
En het allerergste en wat ik niet begrijp dus help me even: hoe maken brildragende vrouwen met min 5 ½ hun ogen op? Ik moet zó dicht voor de spiegel staan dat er geen ruimte overblijft om een potlood handig te manoeuvreren.
Mascara kan op de gok, dat is geen probleem, maar omdat ik nu vrijelijk in mijn ogen wrijf (“Ha! Zie wat ik kan zonder lenzen!”) smeer ik die zwarte pasta over mijn wangen zonder dat te beseffen dus eigenlijk is make-up waardeloos voor brildragers.
En dat maakt mij (ten zesde?) een ander persoon. Eentje die zich om 9.00 uur gisterochtend, als ze de eerste vergadering binnenstapt, realiseert dat ze de hele dag nog niet in de spiegel heeft gekeken.
Ik borstel mijn haar, ik douche, zet mijn bril op, kleed me aan en ga de deur uit.
Het moge duidelijk zijn dat ik daar wat van schrik. Ik heb natuurlijk ook wel eens gehoord van behekste spullen.

Dus toen ik een half uur na de opticien met Paul koffie dronk en ik dit voor hem samenvatte, begreep ik wat me te doen staat.
Ik regel lasertochten naar Tsjechië, neem per keer 7 mensen mee in een Volkswagenbusje, want dat is een mooi aantal dat in één dag geholpen kan worden. Ik sluit een deal met een vakantiepark, want dat moest van Paul die er ook graag evenementen omheen wil organiseren.
Ik hoop dat hij bedoelt dat hij ons met zijn mooie stem gaat voorlezen als we ’s avonds in dat vakantiepark in de grote bungalow om de open haard zitten te staren in het niets want bij sommigen zal het niet goed zijn gegaan en die moeten dan blind terug naar Nederland.
Met anderen, mij bijvoorbeeld, gaat het voorbeeldig, dus ik schenk de drankjes in en leer de blinden in 2 dagen met hun handicap omgaan.
Zulke schone taken zie ik nog wel op mijn weg liggen. Ik ben een echte visionair.


16 september 2014

Dubbel i

Het is heiig.
Met dubbel i.
Heiig als voorbode van herfst.
Herruf-s-t.
Ik heb moeite met dat woord, hoe prachtig ik het ook vind.
Mijn moeder kan 'afspraak' niet uitspreken.
Af (slis) puraak.
Ik kan "groen gras groeit graag" niet uitspreken. Wel schrijven.
Goddank bestaat het geschreven woord. Ik zou anders niets meer durven zeggen.
Ook wel weer rustig.
Dat ik uitspreek als "gustig".

Zijn er meer woorden met dubbel i?

14 september 2014

Dat zullen we nog wel eens zien

Geen 4 mijl? GEEN 4 MIJL??!
Dat zullen we nog wel eens zien mevrouw de huisarts!
Op de afgesproken dag belde ik haar secretaresse voor de foto-uitslag.
Nou, niks aan de hand, geen fractuurtje te zien.
Ik werd pissig. Want hoezo geen fractuur? Waar komt die pijn dan vandaan?
Ik smeet de haak op mijn iPhone en pakte hem meteen weer op om het nummer van de fysiotherapeute te draaien. Maandagochtend kan ik er terecht. Daarna mailde ik Toon de Trainer: je kunt mij maandagavond op de atletiekbaan verwachten!

Op zijn aanraden heb ik vandaag al een klein rondje gelopen. 10x1 met warming up. Stelt niks voor natuurlijk, maar ik was erg blij om te merken dat ik de snelheid nog heb, en dat 10 km/u het logische tempo was.
Verder doen de spieren natuurlijk wat lastig, is de conditie niet meer zodanig dat ik het een uur volhoud en kan ik nu even niet meer zo goed staan op mijn voet.
Dus ik denk dat het wel mee gaat vallen.
Geen PR, dat zou stom zijn. Maar uitlopen gaat lukken.
"Geen 4 mijl". Tsss.

9 september 2014

Ongewenste emotionaliteit

Zo stom dat ik bijna ga huilen als de huisarts zegt dat de 4 mijl er voor mij dit jaar niet in zit.
Thuis bel ik mijn ouders om pa te feliciteren met zijn verjaardag en krijg ik eerst mam die ik mooi kan vertellen over mijn doktersbezoek. We laten foto's van mijn voet maken, vertel ik, om te zien of er toch ergens een breukje zit en zo niet dan kan ik natuurlijk altijd naar een fysio die helpt om de bloedtoevoer te verbeteren. Of zoiets. Maar de 4 mijl, dat leek mijn huisarts uitgesloten.
Ma leeft heel erg mee. O wat erg voor je, zegt ze. Och meisje toch. En ik begin weer bijna te huilen.
Pa zegt meteen: "Maar de trainingen gaan toch wel goed?"
"Nee pa, ik train de hele zomer al niet. En ik loop ook de hele zomer al niet op hakken."
"O? Nou, ik had ook een keer een lelijke smak gemaakt, dat was in 1970, we stonden die zomer in De Lutte. De huisarts sloeg me onder de hak en ik ging wel even door de grond. Ze hebben me toen een steungips gegeven voor een dag of 10, maar ik heb nu nog steeds dat als ik iets verkeerd sta of mijn voet net even schuin neerzet, dat ik dan meteen last heb."
"Dus," zeg ik, en vraag hem wat hij gaat doen op zijn verjaardag.

Met troostbeschuit en thee ga ik onder mijn boom de film over vrouwen en koken afkijken. Twee ongelooflijk dik opgelegde ontroermomenten die ik heus wel doorzie raken me toch.
Zei ik twee? Ik bedoelde drie.
Hou eens op zeg, zeg ik tegen mijzelf. Waarom zo emotioneel? Watje.

Dan belt een dame van Radiologie. Over een uur kan ik al langskomen, zegt ze.
Op de fiets naar het ziekenhuis voel ik nog steeds waar de huisarts in mijn enkel heeft geknepen en weer komt daar die stomme brok in mijn keel.
Die emotionaliteit bevalt me niks. Ik maak me er serieus zorgen over, want ik ben toch niet stupide of bang of me aan het aanstellen? Ik kan gewoon lopen, ik heb eigenlijk niks bijzonders en heel misschien kan ik dit jaar de 4 mijl niet lopen. Nou én, dan loop ik hem volgend jaar toch gewoon weer?
Bij Radiologie is het rustig. Ik ben binnen no time aan de beurt en leg mijn voet in bevallige poses. Ik had mijn benen ook wel eens mogen scheren, zie ik.

3 september 2014

Plattelandseten

"Dus," zei hij bij thuiskomst, doodmoe van 13 dagen aaneengesloten werken en hevig verlangend naar een ontspannende aflevering van Dexter, "Jij wilt vanavond met mij uit eten?"
Arme Man. Ik heb het hem niet aangedaan.
Ik wil natuurlijk wel elke dag uit eten, maar ik had al een bak humkessoep uit de diepvries gehaald om 's avonds op te warmen. Humkessoep is geloof ik Twents en de Man is dankzij Balkenbrij huiverig voor alle gerechten waarvan ik zeg dat ze Twents zijn. Het schoot me er over de humkessoep ook al uit voor ik het in de gaten had. Ik kreeg een wantrouwige blik en een "toch niet óók van afval hè?" terug, omdat slachtafval ooit als basis diende voor de eerste balkenbrijen.
Toen ik nog in Twente woonde maakten mijn ouders iedere winter samen balkenbrij. Mijn moeder hield de pan stevig vast en mijn vader hing er boven met de boormachine waarop hij een forse haak gemonteerd had. Rondom het fornuis was alles wit van de bloem, inclusief mijn ouders die een half uur lang in dezelfde houding stonden. Lever, bouillon en bloem werden in de pan een grauwe, kleverige smurrie, die ondanks de grote hoeveelheid piment nergens naar rook. Ze schepten het in 10 schalen die ze in de kelder plaatsten of weggaven. Het water loopt me nu al weer in de mond.

Maar nee, in Humkessoep zit scharrelbig.
Het is soep van groene en witte bonen, een stuk vlees, ui, prei en aardappel. En niet gepureerd op het eind maar gewoon met lekker grove stukken, een beetje van mijn Mam en een beetje van Mijzelf.
Ik heb een foto gemaakt van het stilleven van ingrediënten, bij wijze van recept-notatie.

Ik maak wel vaker recepten naar aanleiding van foto's. Met Kerst waren we bij de schoonfamilie in Doesburg, waar een boek over hun stad op tafel lag. Ik bladerde wat door de herinneringen van andere mensen en las een stuk over de mosterdfabriek waar het stadje trots op is. Nu schijnt de huidige mosterdmaker dolgraag met pensioen te willen maar niet te kunnen omdat hij geen opvolger heeft, waardoor de fabriek met sluiting wordt bedreigd. Ik maakte met mijn telefoon foto's van het recept voor de typische mosterdsoep met echte Doesburgse mosterd, dat erbij stond, opdat ik de mosterdmaker niet zal vergeten.
Laatst heb ik het gemaakt, met heerlijke mosterd uit de Marne, want daar woon ik dichter bij. Niet dat ik op de fiets een potje kocht aan de fabrieksdeur, dat had oom Albert al voor me gedaan. En bovendien, als ik de weilanden in zou trekken om te foerageren vind ik eigenlijk dat ik dan ook het vlees van het abattoir en de melk bij de boer moet halen en ik heb geen goede melkfles of thermosfles om de melk in te laten tappen. Dat lijkt me toch het meest ideaal, ook voor de boer. Tenzij die wegens regulering van het een of ander een absoluut verbod heeft op verkoop aan de deur. Dat kan natuurlijk ook en is volgens mij niet eens zo vergezocht.
De Groningse mosterdsoep was heerlijk.
Ik zou nog wel eens uit eten willen op het Groningse platteland, waar ze op Groningse wijze plukken, slachten en tappen, ik noem daar een Piloersemaborg in Zuidhorn. Net iets te ver om te fietsen, maar dat moest ik maar niet aan oom Albert overlaten. Zeker niet vanwege de wijnen die ze daar zo graag schenken.
Er schijnt ook een Twentse wijnboer te zijn, bedenk ik. Eens kijken of ik een foto op internet kan vinden.