Op weg er naartoe reed ik door een stortbui. Bij aankomst op de nieuwe parkeerplek was het bijna droog. Toeval? Ik dacht het niet.
Alleen de eerste paar honderd meter liep ik in de regen. Voor de rest van de tijd hield ik mijn paraplu in de hand, maar dat is altijd nog beter dan in een regenpak rondritselen.
Kortom: heerlijk.
Van alle warmhoud- en droogblijf-tips die ik na mijn vooraankondiging
op Facebook had gekregen heb ik er niet 1 opgevolgd en dat was maar goed ook.
Het was warm, het was droog, en op de hele grote vlakte was verrassend veel te
zien wat ik anders door de berenburg misschien wel had gemist.
Ik zag nieuwe bankjes, nieuwe bordjes en veel omgehakte
bomen. “Het is niet de bedoeling dat het Balloërveld boomloos wordt”, stond op de bordjes. Maar het had er op sommige plekken toch wel de schijn van.
Er was kleur, hordes opvliegende mini-vogels en voorbijrazende auto's op de achtergrond.
Ik liep verder dan normaal en zag meer grafheuvels dan
normaal. Ze deden me niks en ik vroeg me af of dat wel had gemoeten. Je loopt
daar dan toch tussen een paar eeuwenoude lijken door.
Ik zag wel een oude man met een fototoestel op zijn buik. Maar toen had ik al een blaar en even geen zin om een grappige
vergelijking te maken.
Twee uur later stapte ik in de auto met stramme benen en een drooggewaaide
paraplu. Veel beter dan een regenpak.