Waar ik mijn doel ook plaats, op 3 kwart van
de weg begin ik altijd in te zakken. Het is eigenlijk heel eenvoudig op te
lossen: Hoe verder weg ik mijn doel plaats, hoe langer het stuk wordt dat met
gemak af te leggen is. Studie, loopbaan, aantal gelezen boeken per maand.
Vooral als ik het toepas op hardlopen is het
effect direct merkbaar.
6x3 minuten lopen is echt veel zwaarder dan
3x7 minuten.
Al hoop ik natuurlijk wel altijd bij de 2e
keer 7 minuten dat ik na 4 minuten door mijn enkel ga, of over de stoeprand
struikel zodat ik met mijn hoofd tegen de rand van die volle kruiwagen aan kom
en dan met een zware hersenschudding en loeiende ambulances afgevoerd moet
worden naar het ziekenhuis.
Tot dusver nog niet gebeurd, ik moet nog steeds mijn 7 minuten zelf vol zien te maken.
Dus ik vermaak mij tijdens het lopen met het
verder wegzetten van doelen tot ik echt volledig dood het begin van mijn straat
heb bereikt.
De volgende stap in mijn hardloopschema is
1x18 minuten.
Dat red ik nooit.
Ik weet zeker dat ik al na 8 minuten zoveel
last krijg van mijn rug dat ik die dan wil ondersteunen met mijn arm waarvan ik
vergeet dat er een joekel van een brandplek op zit en ik dus overmand door
helse pijnen ineenzak midden op de weg in de Villawijk waar dan net een
miljonair naar een aardig vierde optrekje in de provincie aan het kijken is en
hij mij niet ziet in zijn Hummer en dus aanrijdt en waardoor ik nooit meer kan hardlopen
en dankzij vies vet schuldgevoel bakken met geld uitbetaald krijg voor de rest
van mijn leven.
Ik heb bescheiden doelen. En dat siert
mij.